zondag 25 april 2010

Vermeer met een tic

Amsterdam, Westerkerk, 25 april, half acht 's avonds. Dominee Oosterwijk preekt over het "levensgevoel" in de tijd van Bach, naar aanleiding van de cantate die wordt uitgevoerd als onderdeel van de dienst - net als in de tijd van Bach zelf. Het is de cantate "Weinen, Klagen, Sorgen, Zagen" BWV 12, bij een tekst uit het Johannesevangelie (16:16-33). Ik zie de wenende en klagende mensen voor me, in een tijd dat de medische wetenschap nog niet veel voorstelde en oorlogen en hongersnoden Europa teisterden. Maar, zegt de dominee, en daar heeft ze denk ik groot gelijk in, mensen accepteerden hun leven, wisten dat er méér was na de dood, mits ze vertrouwen hadden, hun geloof ook in zware tijden niet verloren, en hun plaats kenden in de samenleving. Ik zie een interieur van Vermeer voor me, met op de zwart-wit geblokte vloer een vrouw die een brief leest. Brieven gingen in die tijd vaak over familie-aangelegenheden, geboorte of dood. Tenminste, als ze door vrouwen gelezen werden. De handelscorrespondentie was inmiddels, lang na de Middeleeuwen, voor mannen gereserveerd. Vrouwen, geconcentreerd bezig, met een brief, met een melkemmer, met een parel in het oor. Het wonderbaarlijke licht valt naar binnen, de vloeren zijn gewreven, de ramen staan open. Een dagelijks leven dat, ondanks rampen, overzichtelijk was en hoopvol.

De Deense schilder Hammershøi is gefascineerd door hetzelfde thema: het interieur. Zijn hele leven heeft hij zijn vrouw geschilderd, in de sobere 19e eeuwse huizen van de Lutherse bourgeoisie. De binnenkamers waar Kierkegaard tegen ageerde. Mevrouw Hammershøi draagt altijd een knotje in het haar en een lang zwarte jurk. Het is niet te zeggen waar ze mee bezig is want we zien haar altijd op de rug. Mischien is ze helemaal nergens mee bezig en droomt maar wat weg, is zomaar verdrietig of verveelt zich. In de 19e eeuw mochten nette vrouwen niets doen van betekenis. Niets. Hun enige plaats was binnenshuis. (Het is nog niet zo heel lang geleden, laten we dat goed onthouden) Ze werden daarom meestal wat we nu depressief noemen, kregen mysterieuze kwalen, gediagnosticeerd als "hysterie". Als remedie werd de hyster, de baarmoeder verwijderd. Nooit volgde genezing. Voor mij op tafel liggen drie boeken waarvan de kaft een Hammershøi-reproductie voorstelt. Het eerste boek is de onvolprezen biografie door Poul Vad. Het tweede is "Mad, Bad and Sad" van Lisa Appignanesi. Over de treurige geschiedenis van vrouwen en dokters. Het derde boek bevat de verzamelde verhalen van Herman Bang. Hij observeerde de vrouwen om zich heen, misschien identificeerde hij zich ook met hen - als homoseksueel was hij een uitgestotene, iemand die niet helemaal serieus genomen kon worden. Levenslang gemerkt door eenzaamheid die van binnenuit kwam. Herman Bang hoort bij de heel groten, werd gelezen door Rilke en Mann, die er hun respectievelijke poëzie en romans door lieten inspireren. De eenzaamheid van het moderne individu, van de vrouw die door het raam naar buiten staart, terwijl de schrijver er in zijn treincoupé langs dendert - dat beeld was de opmaat tot het verhaal "Ved Vejen" . Vreemd, die vrouw van Hammershøi na die vrouwen van Vermeer. Vreemd, die Bachcantate in de Westerkerk, terwijl buiten het voorjaar wordt overschreeuwd op terrassen en de eerste stoepen voor Koninginnedag al zijn afgetekend.

vrijdag 23 april 2010

Een thee-uurtje met Søren Aabye Kierkegaard

Mijn Geleerde Neef uit de VS, docent filosofie in LA en regelmatig hier op bezoek, heeft me al vaak gevraagd of ik een keer Søren Kierkegaard met hem wil lezen. Ik riep altijd: sorry, geen tijd! Dat was een leugen: de reden is dat ik, worm, met een niet afgemaakte theologiestudie en een paar contractcolleges Deense literatuurgeschiedenis in mijn geestelijke bagage, me helemaal niet opgewassen voel tegen deze Kant-kenner, die ook nog en passant ALLE schrijvers (meestal filosofen) in hun eigen taal wil lezen. Maar om van het gezeur af te zijn vroeg ik hem ten slotte , tijdens zijn laatste bezoek aan Nederland, toch maar op de thee "en dan gaan we eens naar een paar korte teksten kijken". Gewoon alleen kijken, niet aankomen, dacht ik. En ik kopieerde na wat geblader in de Samlede Værker een preek uit 1855 over de tekst "Vogter Eder for dem, som gjerne gaae i lange Klæder" (Mc.12, 38; Luc.20,46) "Hoed U voor diegenen, die graag in lange gewaden rondlopen". Want ik weet dat SAK graag de spot dreef met hooggestemde predikanten en daarin leek hij op Jezus. Dat beloofde wel wat...

Mijn Neef verscheen precies op het afgesproken tijdstip en haalde na wat inleidende opmerkingen over d inspirerende ligging van mijn appartementje een mooi, klein opname-apparaatje uit zijn zak. Ik moest zin voor zin voorlezen, dan zou hij proberen te vertellen wat hij begrepen had - met de tekst erbij. Hij kon het dan later thuis nog eens oefenen. Ik las, met stijgend plezier om het geraffineerde taalgebruik en de weergaloze ironie van Søren en was verbaasd over mijn eigen enthousiasme. Wat een reuze idee van Neef! In mijn eentje had ik er niet aan durven beginnen, maar deze close-reading met een dankbare toehoorder die alles in zich opzoog, inclusief mijn vergissingen (want zó gemakkelijk is het nu ook weer niet) opende voor het eerst de diepgang van Kierkegaard voor mij. Ondertussen begreep mijn enthousiaste toehoorder helemaal NIETS van wat hij hoorde. Ik moest bijna alles voorvertalen; sommige woorden kon hij na enig nadenken wel thuisbrengen omdat hij óók een voortreffelijk kenner van de Duitse taal is. Maar zodra ik weer verder las zag ik achter zijn geconcentreerde blik de vertwijfeling die ik ken van die ene week (eerste en laatste keer) dat ik in Turkije was. Dat je namelijk geen touw kunt vastknopen aan de taal waar je je in bevindt. Wanhoop maakt zich van je meester en je voelt de woedetranen achter je ogen branden

Ik las onbarmhartig verder, af en toe onderbrak ik mezelf om even te grinniken. Wat is de burgermans-Christen in de ogen van SAK? "Een geschikt scheerschaap, een aangepaste middelmatigheid, voor wie de Eeuwigheid zich sluit." Zo. Even verderop: "En Theevands-Bibelfortolkning" - "de bijbelinterpretatie van een theewater(kransje?)". Waarom zijn die middelmatige theekrans-predikanten zo het tegenovergestelde van Christus, al beweren ze hem te volgen? Omdat ze, in hun lange gewaden, niet alleen genieten van hun beroep in plaats van te lijden voor hun overtuiging, maar naast dat vette salaris ook nog eens een aureool van heiligheid bemachtigen, wat het "raffinement van het genot nog verhoogt".
Na een uur was mijn Geleerde Neef echt moe; ik kwam daarentegen net goed op gang. En verheugde me op de volgende afspraak. We hebben nog een lange weg te gaan, met al die delen.