zaterdag 17 september 2011

Een gevecht tussen rood en blauw. Deense verkiezingen.

Ademloos heb ik donderdagavond 15 september naar de "valgaften" - verkiezingsavond - op DR1 gekeken. Nadat om acht uur de stembureau's dicht gingen, begon het tellen en volgden de prognoses. Een rood blok en en blauw blok, bijna even hoog; steeds was het rode blok ietsje hoger maar één keer groeide tot mijn ontzetting het blauwe blok er bovenuit. Ieder blok bestond uit vier partijen - als in een vreemd mozaïek stroomden de verliezen van de ene partij als winst naar de andere.
Ondertussen werden de partijleiders geïnterviewd. Zuurzoet glimlachende Pia Kjærsgaard (kan ze eigenlijk wel echt lachen, vroeg ik me af, of oefent ze iedere dag met haar media-adviseur op het optrekken van de mondhoeken) bereidde zich voor op de oppositie. Haar commentaar was een dreigement. Ik had dat eerder gehoord, ook van Venstre, de liberalen, die helaas wel de grootste partij blijven. "Het Deense volk wil verandering, welnu, die zullen ze krijgen. Morgen ochtend worden ze wakker met een heel ander beleid!" Wat voor beleid? Hogere belasting natuurlijk, "een zwarte hand die in jouw portemonnee gaat graaien en pakt wat hij nodig heeft om de onbetaalbare sociale voorzieningen te financieren..." Haar medestanders applaudiseerden braaf en de mondhoeken trokken weer omlaag.
Johanne Schmidt-Nielsen daarentegen straalde. Haar Enhedslisten ging naar 17 zetels. Was het een "Johanne-effect", vroeg de journalist. "Wij doen niet aan persoonlijke cultus" antwoordde ze, maar even later moest ze toegeven dat ze blij was dat haar inzet de programmapunten van haar partij, de rood-groene, zo in de schijnwerpers had gezet.
Margrethe Vestager, van Radikale Venstre, de Deense D66, werd gevraagd wat ze het meest vreesde op deze avond. "Dat ik moet huilen tijdens de toespraak", zei ze, terwijl haar kinderen "Doei Mama" brulden vanuit de flat op Amager Brogade waar ze wonen.
Ten slotte, aan het eind van de avond, toen duidelijk was dat het blauwe blok niet meer boven het rode uit zou komen, de grote groep journalisten bij de voordeur van het rijtjeshuis van Helle Thorning-Schmidt, op Østerbro, een heel hip rijtje dat "Kartoffelrækkerne" heet. Uit dat aardappelrijtje stapte Gucci-Helle met de breedste lach van heel Denemarken.
Ze was het geworden Premier. Een toespraak, een feest - en dan aan de slag. Eindelijk een nieuw begin, na tien jaar economisch wanbeleid, afbraak van milieu- en klimaatpolitiek, hetzes en rigide maatregelen om immigranten te weren en te treiteren.
De eerste vrouwelijke premier, kopten alle kranten. Hoezo, wat doet dat ertoe? Wees blij dat er nu een mogelijkheid ontstaat voor goed beleid, dat de Denen weer terugkeren naar hun vertrouwde, sociale consensusmodel, na een decennium van gespletenheid en scheiding der geesten.
En toch, die ene zuurpruim en die drie stralende vrouwen: het was ook de avond van de jonge, Deense vrouwen. Vrolijk (behalve Pia) slim, gevat en vol hoop voor de toekomst. Ze hebben een visie, ze dragen idealen uit. Denemarken is weer een land geworden waar je wel zou willen wonen.

maandag 13 juni 2011

Twee gedichten van Morten Nielsen

Verantwoording

Je zegt ik ben niet eerlijk
ik ben eerlijker dan jij
trouw aan een vertrouwen
dat langzaam aan jou slijt.

Je zegt ik was te vluchtig
dat klopt, zo moest het gaan,
mijn handen werden zwak, want
geen werk bood jij ze aan.

Je vocht hevig met een ander
vermoeid op jezelf gericht.
Mij liet je naast de weegschaal staan
- natuurlijk, ik was te licht.

En dit is jouw overwinning,
dit is jouw overmacht:
dat alles nu voorbij is. En niets
tot voltooiing gebracht.


Er brandt licht en iemand wacht -

Er brandt licht en iemand wacht.
Maar nog is mijn wachttijd niet voorbij.
Gaf ik jou nu mijn handen
- ze waren leeg.

Door de regen valt op mijn gezicht
dat licht in fijne druppels -
maar dan keren zich opnieuw
mijn zinnen naar een roepende stem.

Een stem die roept - en jammert,
jouw doorregend licht is weg.
Nog moet ik alleen blijven met een gemis
dat ik niet te boven kwam.

Er brandt licht en iemand wacht.
ik ben alleen, met een stem in de leegte.
Gemeen, als ik naar jou, die wacht, zou komen
voordat mijn wachttijd om is.

Morten Nielsen (1922 - 1944)
vertaling Inge Cohen Rohleder