maandag 2 september 2013

Læseklub

De dichter Rainer Maria Rilke heeft gezegd dat het doel van poëzie is: al het materiële om te zetten in iets geestelijks. Dat zal nu mijn leidraad moeten worden want mijn Deense huis ben ik kwijt. Materiële problemen, crisis, verlies... Omzetten in iets geestelijks, hoe moet dat?
Intussen is de hoeveelheid Deense literatuur hier thuis in Amsterdam behoorlijk toegenomen. Een soort leeshonger heeft toegeslagen, niet vanwege het literaire gehalte of vertalersambities, maar louter en alleen om troost te vinden.
Een roman of gedicht in het Deens lezen is binnengaan in een taalruimte die weldadig is, veilig, vertrouwd. Beschrijvingen van geuren, geluiden, gesprekken. Water, wind en wolken, geelgekalkte huisjes en witte zadeldakkerken, Limfjord en Vesterhav, København en Aalborg. Alles stilt de heimwee en voert voor een uurtje langs wegen die in werkelijkheid niet meer begaanbaar zijn.
Zal ik alsnog emigreren?
Maar hoe moet het dan met de familie, de kinderen, mijn oude moeder, mijn vriendschappen die alleen gedijen bij regelmatig onderhoud?
Ondertussen hebben we met vier lezende vrouwen een 'læseklub' opgericht. Naamloos nog - op de oprichtingsvergadering kwam de naam Bang voorbij. Alle vier zijn we liefhebbers van de schrijver Herman Bang.
'Læseklub Bang', niet verkeerd.
Maar ter ere van het Kierkegaard-jaar hebben we als eerste boek "Forbandelsen" gekozen, van Peter Tudvad.
De arme vader Kierkegaard had, zo meende hij, een vloek over zich afgeroepen, een doem.
Hij had namelijk eens, toen het hem heel erg tegenzat, zelf God vervloekt. Hij moest als jongen schapen hoeden op een barre heide in Vestjylland. Van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat liep hij klappertandend in de stromende regen en de ijzige wind, zonder jas of behoorlijke schoenen. En toen was hij op een heuvel geklommen, zijn druipende hoofd achterover gelegd en had geschreeuwd.
"Ik vervloek je, smerige rotzak die je bent!!!"
En dat zou - in het schuld-en-straf-discours van de Lutherse Staatskerk begin 19e eeuw - niet zonder gevolgen blijven.
Welke?
In ieder geval iets ergs met zijn (toekomstige) kinderen, want dat is een oudtestamentische gewoonte. Søren Aabye wist er alles van, hij was immers theoloog.
Dat gaan we lezen. En er vragen bij bedenken, en misschien wel interpretaties. Alles in het Deens natuurlijk.
Wordt vervolgd...