donderdag 24 december 2015

De Kerstbus

Gitte is een grote Vikingvrouw. Ze werkt op een dagopvang voor ex-verslaafden in het centrum van Aalborg en haar appartementje ligt tegenover 'Busterminalen'. Omdat ik daar vandaan naar Nederland vertrek - en wel om zeven uur 's ochtends - slaap ik op de bank bij Gitte. Vanaf de stichting van de stad Aalborg, in de vroege Middeleeuwen, zijn hier verslaafden geweest en altijd hebben er een paar geprobeerd van hun kwaal af te komen. Vroeger natuurlijk middels de kerk en nu met hulp van stevige plaatselijke welzijnswerkers. Het is vrijdagavond en er is kerstfeest georganiseerd voor 'kunderne' zoals de bezoekers heten.
Lange tafels met gebak, zoute en hartige smørrebrød - maar geen schnaps en geen bier... Gitte zegt stralend dat ieder jaar weer blijkt hoe leuk je het kan hebben zonder alcohol.
In Denemarken, in december! Leuk, zonder drank.....een opmerkelijke observatie.
Om half zeven sta ik, na een korte nacht, bij de bussen. Een grote groep lachende en rokende Roemenen wachten tussen een onafzienbare rij koffers, tassen, gepropte vuilniszakken en een paar kartonnen dozen met touwtjes er omheen. Gaan ze ook met de Eurolines?
Nee, we hebben onze eigen bus.
Nu zie ik dat ieder bus-perron een eigen bordje heeft. Voor Polen. Voor Roemenië. En voor Hamburg, waar ik heen moet.

Het is half acht. De bus glijdt door de donkere nacht tussen Aalborg en Aarhus. Alle stoelen zijn bijna bezet en er is kennelijk overgeboekt. Naast de chauffeurs, twee Polen, zit een sip meisje op een bankje. Als er in Kolding iemand misschien niet op komt dagen, kan ze nog mee naar Hamburg. De dikke Polen zeggen het niet maar ik weet dat ze in het andere geval ook nog wel een plekje voor haar vrij maken. Ik reis al sinds 2002 met Eurolines. De grote vredestichter, denk ik. Want ook wie met achterdocht naar de vele, vele nationaliteiten tuurt die hier langs de route instappen, merkt vanzelf dat 'zij' net als 'wij' zijn. Met huilende kinderen, stijve ruggen en billen, en tassen vol eten. De Eurolinesbussen rijden lijndiensten en stoppen alleen om passagiers op te pikken, of, heel soms, tien minuten bij een pompstation. Dat geeft de grootste verbroedering. Iedereen moet naar de wc en het chemische hokje in de bus is al snel onsmakelijk. Zij en wij zijn een groot wij in de rij voor het toilet. De donkere mannen laten hoffelijk de dames voor gaan. En dan haast iedereen zich weer naar het geluid van de zacht ronkende, schaars verlichte bus.

Rond half negen begint het te schemeren. We zijn Aarhus voorbij en rijden langs het meer van Skanderborg. Nevels zwermen over het grijze wateroppervlak, in de verte steken de contouren van lage heuvels af in een lichter grijs. Uit een vroege kajak draait iemand zijn peddels omhoog als een zwart signaal. Geheimzinnig silhouet in deze winterochtend, die langzaam, heel langzaam net geen echte dag zal worden.
Na Kolding, niet ver van de Duitse grens, is de bus zo vol dat de chauffeurs hun tassen en drinkwaar onder de stoelen hebben geschoven. Er wordt ijverig geslapen. Ik hoor zacht praten achter me. Is het Chinees of Japans? De spreker heeft een buitengewoon slechte adem, die met de airco mee mijn kant op zweeft.
In Hamburg wacht de aansluiting; iedereen voor Amsterdam en Londen met overstappen, voor Parijs en Brussel ook. De Polen roepen hun onverstaanbare informatie om, dan zijn ze vrij en sloffen naar het kantoor. Wij draaien even later de grote weg naar Bremen op. Nog zes en een half uur. Deze bus is mij zeer sympathiek. Veilig, goedkoop, milieuvriendelijk. Maar je moet wel de tijd hebben...

maandag 14 december 2015

Winter in Vesløs

Vesløs Vejle aan de andere kant van de weg is helemaal ondergelopen door de vele regenbuien van de laatste maanden. Mijn huis heeft nu uitzicht op het water; dunne stammetjes en magere graspollen steken er net bovenuit hier en daar, als het gaat vriezen zal het een fantastisch gezicht zijn. Bij heldere hemel is de enorme plas hardblauw. Duizenden ganzen liggen als lichtbruine vlekjes op een eilandje in de verte. Af en toe draaien ze hun rondes boven de Vejle, luid gakkend, misschien om hun fellow travellers te informeren waar ze bivak hebben gemaakt.

Eigenlijk is dit geen winter, het is eerder stormseizoen. Ongeveer iedere week waait het een paar etmalen zo hard dat de stranden aan de west- en noordkust worden opgevreten en de beken in de stadjes overstromen. Alles loopt onder. En de eigenaren van de ooit allerduurste vakantiehuizen met zeezicht vrezen dat hun villa's binnenkort in de golven verdwijnen. Zo vreemd: als kind droomde ik dat het zeewater tot aan ons huis kwam - het mooie Havhus op een duin bij Henne Strand stond er slecht voor. Soms was de droom helemaal absurd en sloegen de golven tegen de voordeur van het woonhuis in Amsterdam.
Nu gebeuren die dingen echt. En de regeringsleiders zetten onder applaus hun handtekening op pakken papier. Papier is geduldig maar kan wel makkelijk nat worden.

Bij de op een na laatste storm, Gorm, (ze krijgen namen op alfabetische volgorde, de laatste heette Helga) woei een stuk van het plastic dak boven mijn houtvoorraad kapot. Meer dan de helft was nat geworden en de onderste lagen bleven vochtig. Dat is een kleine ramp: het hout gaat roeten in plaats van branden. Gelukkig kwam een vriend met een lading droog hout in de achterbak van zijn 25 jaar oude auto. Dit is een dorp en we helpen elkaar. Tot nu toe heb ik meer hulp ontvangen dan gegeven maar na nieuwjaar zou dat wel eens kunnen veranderen. In het vorig jaar gesloten verzorgingshuis wonen nu ruim honderd vluchtelingen, de meeste uit Syrië, een paar uit Congo. Dat is veel voor een dorp van 350 inwoners. Tot nu toe gaat het goed, erg goed zelfs als je het vergelijkt met de harde lijn van de Deense regering. Ik hoorde van een paar dorpsgenoten dat ze het niet zagen zitten. Maar geprotesteerd heeft niemand.
Als ik naar de rotonde fiets, waar de brugsen ligt, de supermarkt, zie ik vaak een zwarte jongen met een dikke muts op langs de weg rennen. Na een paar keer begonnen we te zwaaien. Een joggende Congolees in het uiterste noordwesten van Europa.