donderdag 6 maart 2014

Remigratie - een cirkel sluiten?

Vanavond hebben we weer 'læseklub' , mijn Deense vriendinnen en ik. We bespreken 'Skibsdrengens Fortælling' van Karen Blixen. Het verhaal van de scheepsjongen.
Hij is nog een jong broekje als hij in de grote mast klimt om een jachtvalk te bevrijden uit een knoop in de lijn die een dodelijke strik om zijn vleugels is geworden. De vogel kijkt hem aan 'met zijn razende gele ogen' en pikt hem in zijn duim. Bijna valt hij uit de mast. Dan slaagt hij erin het dier onder zijn ene arm te nemen en naar beneden te klimmen. De andere bemanningsleden hebben ongelovig staan schamperen. Wat een gek, om zijn leven te wagen voor een suffe vogel. De valk lijkt eerst half bewusteloos op het dek te blijven zitten. Dan richt hij zich op, slaat de vleugels uit en verdwijnt aan de horizon.
Jaren later raakt de jongen in het hoge noorden van Lapland verwikkeld in een gevecht. Hij doodt zijn tegenstander en slaat op de vlucht. Een geheimzinnige Samivrouw verbergt hem in haar hut. Haar gezicht is zwart van roet en vuil, haar ogen zijn geel. Ze spreekt in raadselen, maar belooft hem te helpen 'zoals jij mij ooit hielp'.
???
Samivrouwen zijn soms in het bezit van wonderbare krachten. Ja, zij was destijds die jachtvalk.
'Jij was er voor mij - nu ben ik er voor jou'. De cirkel is rond, de kring gesloten, de eeuwige wederkeer van het lot en van zee, wind en wolken - de geestelijke ruimte vanwaar uit Karen Blixen haar verhalen schreef.

Mijn vader trok, een jaar na de oorlog, naar Kopenhagen om een groepje studentes te bedanken voor het aardige voedselpakket dat ze aan hun Nederlandse medestudenten hadden gestuurd. Hij ontmoette mijn moeder en werd verliefd op haar, op haar familie en op haar land. Zijn assistentschappen - hij studeerde medicijnen - deed hij gedeeltelijk in het Brønderslev Kommune Sygehus. Op vijftien juni 1951 trouwden ze, in de dorpskerk van Varde.
Op het strand van Henne en in de tuin van de schoonouders gebeurde er iets met hem, met zijn kampsyndroom, opgelopen na drie jaar in Japanse kampen op Java. Hij kon weer eten, praten, lachen. Graatmager en met een brede grijns staat hij op de vele foto's uit die tijd. Ergens in de tweede helft van juni 1951 ben ik verwekt, in een van de zonnige, stoffige slaapkamers van het huis aan zee of het grote dorpshuis uit 1898. Daarna begon hij aan zijn laatste assistentschappen. Ik ben net niet in Brønderslev geboren. Zes weken voor de bevalling verhuisde het paar naar Amsterdam. Mijn moeder leverde haar Deense paspoort in en kreeg er een Nederlands voor terug.

Eeuwige wederkeer van zee, wind en wolken. Zal ik teruggaan? Het kan nu. Terug naar Nordjylland, naar het wijde natuurgebied van Thy dat inmiddels 'Nationalpark' is geworden, 'fredet' -  beschermd gebied. Waar in het voorjaar de kraanvogels dansen en de duinmeren glanzen in de ondergaande zon. En terug naar de wonderlijke zomermaanden van vroeger. De hele dag waren we buiten. 's Avonds luisterde ik naar het knetteren en knappen van de zoute planken die langzaam opbrandden in de schouw.
Naar de besneeuwde velden rond Kerstmis - Julen. Naar de zuivere, heldere lucht en de wind, 'den Jyske blæst' die alle muizenissen, tot en met de nachtmerries over andersmans kampsyndroom, gewoon wegblaast...



Geen opmerkingen: