Schuin tegenover mij, aan Gammel Feggesundvej 42, woonde ooit Rommel-Johannes, een aan lager wal geraakte fietsenmaker die 376 fietswrakken en 224 brommerwrakken in zijn achtertuin heeft laten roesten. Daarna is hij langzamerhand door de vloer van zijn huisje gezakt. En toen de onderdelen, kranten en tijdschriften, potten, pannen en vuile borden tot de zolder reikten en de lege flessen het lopen bemoeilijkten, bleef hij gewoon binnen zitten. Af en toe kwamen er nog klanten met een fiets. Hij wist alles te vinden, dat wel. Een nieuwe binnenband, merk Speedy, binnenmaat anderhalve duim? Rommel-Johannes zette drie stappen in oostelijke richting en haakte met zijn wandelstok een binnenband van een rek dat aan het plafond hing. Schroeven en moeren had hij op maat gesorteerd in zijn keukenlade. Onderdelen voor reeds lang niet meer geproduceerde tractoren bewaarde hij in het schuurtje, dat via sluiproutes nog te bereiken was. In de tuin had hij twintig jaar geleden een kapotte motorfiets tegen een jonge iep gezet. De iep groeide, de motorfiets niet. De iepentakken strekten zich door het voertuig heen in noordoostelijke richting - de wind waait hier immers altijd uit het zuidwesten - en nu is het een tweedelig modern kunstwerk geworden, een gematerialiseerd huwelijk van organisch en anorganisch beeld, een hybride zonder opzet van de hand van de wonderlijke Johannes.
Ooit (heel vroeger) zat Johannes bij de luchtmacht. Hij heeft ook de Nijmeegse Vierdaagse gelopen, in het uniform van zijn eenheid.
Toen hij echt aan de grond zat en ook het laatste raam in zijn huisje stukwoei en met plastic zakken dichtgestopt was, kwam zijn reddende engel.
Inger uit Aarhus.
Zij zag dat hij, met of zonder rommel, een goed mens is, en van een grapje houdt. Zij had misschien ook een beetje geld, dat ze niet in haar eentje wilde uitgeven. Zij zag door de baard van een week en de vieze overall heen, en ze zag dat Johannes er eigenlijk goed uitziet, zeker voor zijn leeftijd. Inger nam hem; en ze kochten een huis verderop, met uitzicht op Arup Vejle, het grote vogelwater dat is ontstaan na een mislukte inpoldering van de Limfjord aan het begin van de vorige eeuw. Denen kunnen niet inpolderen. Daarom zijn er aan de Limfjordkust heel veel "vejles". Ondertussen zakte het oorspronkelijke Johannes-rommelhuis in elkaar. Op nummer 53, precies tegenover, staat een aardig lichtblauw geschilderd boerenhuis dat de laatste tientallen jaren, met het voortschrijden van het verval bij de overbuurman, alsmaar in waarde is gedaald. Ten slotte was het zo goedkoop dat het binnen bereik kwam van Rasmus en Henriëtte, twee zwijgzame regiobewoners met overgewicht. Zij kijken nu iedere dag die God hen geeft tegen de bouwval van Johannes aan. Terwijl hij zelf, met zijn Inger, plannen maakt voor een panoramaruit op de eerste verdieping, zodat ze uitzicht hebben tot óver Arup Vejle, tot de bossen van Østerild. (Wordt vervolgd)
zondag 25 januari 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten