donderdag 18 december 2008

Uit de bundel: Vissen voelen geen echte pijn

Gedicht voor Augustinus

Goedendag, ik meld mij weer tot uw dienst
Ik ben weggeweest, niets ernstigs
Ik heb overwogen een bom te stelen of van een brug te springen,
als ik niet juist Augustinus had gelezen
over het liefhebben van de vissen als uzelve
en de muziek als het hoogste.

Ik sprong van de schutting bij het tuinhuis
om mij te oefenen in het kleine. Nu met volle handen,
en ik verzoek jullie nu de deuren te sluiten.
Ik vraag jullie excuus.
Het gebeurt nu.
Zorg voor mijn eigen ziel weegt zwaar.
Ik ben uit mijn vel aan het springen,
word steeds van hot naar her gegooid op de roulette,
Eerder wees de pijl trouwhartig op de
zee, die ik dungezeild heb.
Toen op de woestijn, dat het knarst tussen je tanden.
Ik tape het apparaat dicht, tape de ramen dicht en
de oren van het huisdier. Rol mijn tong uit en tape hem dicht.
Maar het veroorzaakt fantoompijn. Die verdomde
ijzigheden, vanzelf ontstaan, maar wie gaat hier even
verantwoordelijkheid nemen. Alweer deze waarschuw-
mannen die eeuwigheid spelen.
Vrijmetselaars met volwassenenspelletjes, en worden ze niet iedere
avond ingewijd? Statistieken beweren
dat 1 op de 7
zijn eigen dromen zal verloochenen.
1 op de 9 valt ten prooi aan onmogelijke beelden.
5 op de 57 worden in d steek gelaten.
79 op de 80 begrijpen de
toekomst niet , maar laten niets
merken.

En ze rekken t i j d en investeren in verzekeringen tegen leven en dood. Ik ben er één van, zie ik. Sta ik niet plotseling met kartonnen kroon als de tachtigste. Ik had de avond in mijn kleine huis moeten doorbrengen.
Als ik het trouwens vinden kon.
Er is geen schutting. Alleen als we spelen. We spelen roulette.
Als plotselinge ingeving zet ik al mijn geld in op nr 37.
Ontelbare keren heb ik de inzet terug gewonnen.
Maar het wordt nooit domweg routine.

Knud Steffen Nielsen
Vertaling Inge Cohen Rohleder

Geen opmerkingen: